DOORPRIKT: Wie redt de dorpscafés?

DOORPRIKT: Wie redt de dorpscafés?

Het aantal cafés in onze dorpskernen gaat steil bergaf. In de jaren '60 telde de Paquaylaan 16 cafés, Heusden-Centrum telde er in de jaren '80 nog tien, Zolder-Centrum had zijn typische dorpscafés, en zowat elk kerkdorp had één of meerdere cafés waar de lokale bevolking elkaar trof. Ik weet het, nostalgie is geen objectieve basis, tijden veranderen, mensen veranderen en de maatschappij verandert. Dat het niet meer kan zijn zoals vroeger is logisch. Maar er schort meer. 

Vooreerst is een horecazaak uitbaten een way of life. Wie die keuze maakt, weet dat hij of zij werkt als anderen zich ontspannen, dat lange openingstijden onvermijdelijk zijn en dat je aan de toog wat moet kunnen incasseren. Bij een cafébaas zoeken klanten vaak een luisterend oor, een soort alternatieve biechtvader of -moeder, maar net zo goed moet hij of zij binnen bepaalde grenzen dronkemansgelal kunnen aanhoren of iemand overtuigen om geen extra glas meer achterover te slaan. 

Veel inwoners hebben zich de Italiaanse gewoonte eigen gemaakt om 's morgensvroeg al een kop koffie te gaan drinken en tegelijk de actualiteit te bespreken. Voor hen moet de cafébaas klaarstaan. Maar evenzeer willen mensen na de vergadering met de vereniging, na de sporttraining of na een lange werkdag nog wat nakletsen. Ook voor hen moet de toog blijven draaien. Tegelijk moet de patron vriendelijk en gastvrij zijn en met velen overweg kunnen. En niet te vergeten, verzorgde producten serveren. Allemaal voorwaarden waartoe alsmaar minder zich geroepen voelen, en al zeker niet uitverkoren zijn. Eerlijk gezegd, we zouden het zelf ook niet kunnen.

Vaak hoor je de witte kassa inroepen als grote boosdoener. Maar dat lijkt net iets te goedkoop. Een sector die haar bestaansrecht baseert op zwartwerk, dat klopt niet. En dat de loonkost te hoog is, daar moet de horeca niet over klagen. Alle statistieken bewijzen dat de lonen in de horeca het laagst liggen. Dat de marges alsmaar kleiner worden, geloven we heel graag, de meeste brouwerijen zijn eigendom van multinationals en daar zijn aandeelhouders belangrijker dan cafébazen. Maar de klachten over de marges, hoor je in elke sector. En inderdaad, het is niet makkelijk om medewerkers te vinden die aan een eerder karig loon op weinig populaire momenten willen werken ...

We hopen van harte dat de cafés en hun uitbaters in Heusden-Zolder een tweede adem vinden, en dat er voldoende overblijven, want het ene versterkt het andere. Er is wel nog één straat die heel wat cafés telt, al dan niet uitgebaat door een vzw. Maar je weet wat destijds Bobbejaan Schoepen zong over dat café zonder bier ... (Dirk Reynders - Internetgazet Heusden-Zolder)
(reacties op Facebook)44229