Collegebrand, de nachtmerrie van 50 jaar geleden

Collegebrand, de nachtmerrie van 50 jaar geleden

23 januari 1974, ergens tussen 22.30 uur en 23 uur, als 14-jarige die 's anderendaags naar het tweede jaar van het college moet, lig ik thuis in bed als de sirene van de brandweer loeit. De kazerne lag toen nog achter het gemeentehuis van Heusden en als de spuitgasten werden opgeroepen via de sirene, hoorde heel het dorp dat. Ze loeide drie keer, brand in Heusden dus. Wat zou het zijn? 

Pas 's ochtends zouden we het drama vernemen. Eerst via een familielid dat al vroeg thuis binnenspringt. Ongeloof. Tot het radionieuws van 8 uur. "In het Heilig-Hartcollege in Heusden zijn vannacht bij een brand in een internaat 23 jongens om het leven gekomen". Nooit heeft een zin op de radio op mij een grotere en meer beklijvende impact gehad zoals die ochtend van 24 januari uitgesproken door de nieuwslezer. Tot 38 jaar later. Toen was ik zelf nieuwslezer op dezelfde radio en bracht het bericht van het busdrama in Sierre ...

Die ochtend in 1974 fietsten we toch maar naar school. Samen met nog wat andere externen stonden we er wat te staan, wezenloos te kijken naar het aan- en afrijden van politie en hulpdiensten, en van drukdoende mensen die we van haar noch pluim kenden.Tot een aangeslagen pater Umans aan 'zijn' externen kwam vertellen dat er door de droeve gebeurtenis geen lessen zouden zijn, en dat we best terug naar huis keerden, de school zou dicht blijven tot nader order. Wij weer naar huis, we kenden op dat ogenblik alleen nog maar de cijfers, geen namen, geen gezichten.

Tot in de vroege namiddag de klasverantwoordelijke - iedere klas had in die tijd een 'burgemeester' - thuis de droeve tijding bracht dat vier klasgenoten bij de slachtoffers waren. Een mokerslag. Vier jongens waarmee we de dag voordien nog samen in de klas zaten, lachten tussen de lessen door, ... weg. Onvoorstelbaar.

Na de middag zijn we toch weer terug naar school gefietst, we moesten daar zijn. Het was daar ondertussen een drukte van jewelste, met binnen- en buitenlandse media die waren neergestreken. Even later kwam ook koningin Fabiola haar steun betuigen. De dagen nadien  waren onwezenlijk, er kwam nauwelijks informatie. Tot de zaterdag van de begrafenis. De beelden van de witte kisten op de wagens van de civiele bescherming. En nadien het midden van de Sint-Willibrorduskerk, volledig gevuld met de 23 witte kisten. Vooraan hoogwaardigheidsbekleders, achter hen ouders en familieleden. Leerkrachten en leerlingen stonden veelal weggedrongen tussen al de andere aanwezigen achteraan in de kerk.

Zowat anderhalve week na de ramp heropent de school. De eerste les met de klastitularis. Een kort gebed, dan een oproep om de jongens nooit te vergeten. De leerkracht heeft het moeilijk, de leerlingen ook. De draad van de leerstof wordt weer opgepikt. Niemand is hier op voorbereid, er bestaat geen slachtofferhulp, niets. In de klas zijn de banken herschikt, er zijn geen lege plekken, maar het ontbreken van Henri, Willy, Dirk en Johan zal de rest van het schooljaar blijven wegen. Ook al wordt er amper nog over gesproken, ook de jaren nadien niet.

Het leven ging verder, jaar na jaar. En toch zijn we hen niet vergeten. Vanop de herinneringsprentjes blijven de eeuwig jonge gezichten lachen, verwachtingsvol naar een toekomst die er nooit zal komen. (Dirk Reynders)
Wie wil kan herinneringen delen op Facebook79855