De helden van 14-18: de krijgsgevangenen (slot)

De helden van 14-18: de krijgsgevangenen (slot)

Meer dan 40.000 Belgische soldaten zijn in de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar concentratiekampen. Dat lot ondergingen ook heel wat dorpsgenoten, sommigen hebben het niet overleefd. De reis naar daar alleen al, in beestenwagens zonder bevoorrading en in de hitte, was een marteling. In het kamp van Soltau zaten verschillende Heusdenaars. Met 800 samengepropt in tenten voor 500. Storm vernielde bovendien de tenten, ze groeven kuilen om toch wat bescherming te hebben. Uiteindelijk moesten ze zelf een barakkenkamp bouwen. Het eten? ‘s Morgens een kom koffie en 300 gr brood, later teruggeschroefd tot 250 gr, ’s middags beetwortelsoep of een afkooksel van koeien- of varkensingewanden en ’s avonds koffie en meelpap. Hun kleren waren aan flarden en ze hadden geen nieuws van thuis of het verloop van de oorlog. De hygiëne was afschuwelijk, velen werden ziek en ter plaatse begraven. Daarna begonnen de mishandelingen, ook met honden. Ze moesten dwangarbeid doen op velden, aan wegen of in bossen. Alleen wie bij een boer moest gaan werken, kwam er wat beter af. Hun gevangenschap duurde tot november 1918. Deze Heusdenaars hebben lange tijd in Soltau vastgezeten: Beenaerts Alfons, Claes Alfons, Claes August,Claes Henri, Deferme Jozef, Deferme Louis, Engelen Jozef, Gilissen Alfons, Reynders August, Schrapen Louis, Stevens Jos, Truyers Leonard, Vanhoudt Louis, Vanhove Gustaaf. (foto het herdenkingsmonument van Soltau)
Meer verhalen en foto's in het boek en de tentoonstelling van de Geschied- en Heemkundige Kring, nog tot en met 23 november in Hof Ter Bloemen.
17684