DOORPRIKT: EK is geen doel maar middel
Morgen is D-Day, dan klinkt het startschot voor het lang aangekondigde EK-wielrennen tussen Heusden-Zolder en Hasselt. Vijf dagen lang zullen de ogen van de Europese wielerliefhebbers op deze regio zijn gericht, deels via live-uitzendingen op tv, deels via streaming en samenvattingen. Zoals toprenners supporters en tegenstanders hebben, zo kan ook een mega-organisatie als deze op aanhangers en criticasters bogen. Bij heel wat mensen klinken fierheid en interesse door, op de social media - de hedendaagse azijnfabriekjes - valt de verwachte kritiek te oogsten.
Uiteraard brengt een event dat zich op de openbare weg afspeelt en dat strikte veiligheidsmaatregelen vergt, heel wat ongemakken mee. Woningen en straten zullen moeilijk - of tijdelijk zelfs niet - bereikbaar zijn, er zal moeten gezocht worden naar andere trajecten om op het werk of in de winkel te raken, bussen moeten hun reisweg aanpassen, … In Zolder hoor je inwoners klagen dat ze vijf dagen lang in hun bewegingsvrijheid worden beperkt, in Heusden zijn er die mopperen dat de koers bij hen niet passeert. Zelfs - vooral in Hasselt - bedrijven staan aan de klaagmuur over hun bereikbaarheid, terwijl zo'n event op korte en lange termijn bijdraagt aan de economie. Dan hoor ik telkens weer Raymond van het Groenewoud zingen "Ik ben toch zo graag ontevreden ...".
Op velerlei vlakken zorgt zo'n EK voor economische return. Dezer dagen pikt de horeca een aardig graantje mee: hotels en B&B's zitten vol, restaurants en cafés in de buurt krijgen extra klanten, hetzelfde geldt voor winkels. De vele buitenlandse bezoekers kunnen bij hun terugkeer thuis onbewuste ambassadeurs zijn van een streek die gastvrijheid hoog in het vaandel voert. En de TV-beelden tonen de omgeving en hotspots op hun mooist, een streek waarin de fiets - sportief, recreatief en toeristisch - dan nog een hoofdrol vertolkt. Het kan nog jaren toeristen lokken.
De vedetten, het hele gebeuren, de koers, ... het kan kinderen en jongeren aanzetten om zelf meer te fietsen of te sporten. Het betrekken van de jongsten en de lagere schoolkinderen in het hele gebeuren is dan ook een goede move. Laat het duidelijk zijn, zo'n event is op zich geen doel maar een middel.
En zo komen we op een belangrijk domein. Grote internationale kampioenschappen naar hier halen is prachtig, kunnen uitpakken met topsportinfrastructuur is geweldig, maar op geen enkel ogenblik mag de basis uit het oog worden verloren: kinderen in heel de gemeente op jonge leeftijd de kans geven om met allerlei sporten in contact te komen en een lage drempel te creëren om hen sporten te laten beoefenen, in de topsportinfrastructuur, maar ook in de eigen buurt. Of ze dan later zelf in een nationale trui een internationaal kampioenschap betwisten, is totaal ondergeschikt aan het feit dat sport bijdraagt tot gezondheid, fairplay en sociale cohesie. Het zou leuk zijn als we daar op termijn ook kampioen in kunnen zijn, zoniet Europees, dan toch nationaal, of minstens provinciaal … (Dirk Reynders)
(Reacties op Facebook)82971