KS-Vriendenkring: 'Ook meer geld naar Limburg'
Normaal trokken de voormalige ondergrondse mijnwerkers vandaag op de dag voor Sint-Barbara naar Brussel om te betogen voor hun rechten. Maar omwille van de slechte coronasituatie is die actie afgelast, in de plaats gaf het bestuur van de KS Vriendenkring en het Studie- en Documentatiecentrum Mijnwerkers voor Werk een persconferentie in CC Muze. Daar legden ze vier punten op tafel.
Ten eerste is - op een 40-tal dossiers die nog in behandeling zijn na - voor iedereen het correcte pensioenbedrag berekend en betaald met 10 jaar terugwerkende kracht. Op de tweede plaats zijn de ex-mijnwerkers - daarin gesteund door experten die ze een studieopdracht gaven - het nog altijd oneens met de FOD Financiën over het feit dat op die achterstallen bedrijfsvoorheffing ingehouden wordt. Dat conflict is even 'on hold' gezet. Ten derde beroept de KS-Vriendenkring zich opnieuw op experten die tot de bevinding kwamen dat door de wet van 15 juni 2020, de ondergrondse mijnwerkers ook nog eens recht hebben op intresten, compensatoire intresten en een schadevergoeding voor hetgeen ze al die jaren te weinig hebben gekregen. Ze komen daarbij tot een gemiddeld bedrag van 82.199 euro. Ze geven de overheid tot 1 juli volgend jaar de tijd om die bedragen over te maken, maar als er in de lente nog geen beweging in het dossier zit, zal er opnieuw in Brussel betoogd worden. Tussendoor gaf voorzitter Michel Dylst wel mee dat hij vernam dat de meerderheid niet van plan zou zijn de zaak nog aan de regering voor te leggen.
Meer geld naar Limburg
En als vierde kwamen de KS-Vriendenkring en het Studiecentrum met een nieuwigheid op de proppen. Volgens hen had Limburg op basis van de akkoorden van Zwartberg, de overeenkomsten bij de oprichting van de Kempense Steenkolenmijnen in 1968 en de bevestiging ervan in 1986, bij de sluitingsbeslissing recht op 186,5 miljard Belgische frank. Daarvan is slechts 99 miljard als enveloppe ter beschikking gesteld. Michel Dylst verwijst naar berekeningen van professoren van de KUL en UCL bij zijn bewering dat de resterende 87,5 miljard frank vandaag 3,2 euro miljard euro waard is. De federale regering zou de helft van dat bedrag aan Vlaanderen moeten overmaken, en de andere helft aan Limburg, met name de LRM. Eén ding is duidelijk, het cijferspel rond de erfenis van de mijnen is nog niet achter de rug.71483